Bij een mooie dag hoort een mooie afsluiten. We zullen uit eten gaan.
De file op de weg bij de camping is opgelost. Bij het passeren van een viaduct blijkt dat de
file op de snelweg nog lang niet over is. Boeit niet; daar hoeven we toch niet te zijn.
In de buurt vinden we een restaurantje. Niet duur, maar het eten smaakt dan ook niet echt
geweldig. Wanneer de serveerster langskomt met de vraag of het gesmaakt heeft, antwoordt
Joachim dan ook 'Für den Preis war 's gut'.
Inderdaad; de prijs/prestatieverhouding is prima.
Terug op de camping wacht ons weer een verrassing; Axel is terug.
Hij was totaal niet blij geworden van de file op de snelweg.
Met een motor tussen een file doorrijden is vermoeiend en gevaarlijk,
dus heeft hij zich bij het eerste viaduct weer gedraad,
en is hij teruggegaan naar de camping.
Hij heeft flesjes Warsteiner bij zich. Daar zullen we ons vanavond aan tegoed doen,
terwijl we elkaar boeiende dingen vertellen. Natuurlijk gaat het vooral om de zonsverduistering.
Voor de meesten van ons was het de eerste keer,
en wat je vandaag gezien hebt is nog steeds moeilijk te begrijpen.
Het lijkt puur een natuurkundig grapje, tot je het in het echt meemaakt.
Dan wordt het een religieuze ervaring. Tegen enen gaat bijna iedereen slapen.
Ik voel me totaal nog niet moe. Axel heeft nog een pijpje Warsteiner over.
Samen maken we die leeg; op de momenten dat hij praat, drink ik, als ik praat, drinkt hij.
We hebben het over rivaliteit tussen motorclubs,
de Europese Unie die een republiek zou moeten worden,
en welke taal daar dan gesproken moest worden.
In elk geval geen Frans of Duits, dat is logisch.
Engels misschien, maar Esperanto zou het beste zijn.
Geweldig om zoveel bewegingsvrijheid te hebben, zonder liguistische barrieres.
Als dit laatste flesje op is, wordt het toch echt tijd te gaan slapen.
Axel verbaast zich erover dat dat lukt, met drie man in een iglotent.
Ik probeer in slaap te komen, maar dat lukt niet.
Het klinkt heel gek, maar ik heb gewoon een jetlag. Mijn dag/nachtritme is weg.
Ik ben wakker, fris, helder. Heel bizar.
Na een uur of drie wakker liggen, ga ik toch de tent maar uit.
Beetje over de camping lopen, zitten op een boomstam, en vooral proberen wat rust te krijgen.