Een aantal mensen uit deze groep moet morgen weer werken. Ze willen hun tenten inpakken.
Niet veel later begint het te regenen, zoals het alleen in het Schwarzwald kan regenen.
Dikke druppels zeilen loodrecht naar beneden. In een paar tellen is iedereen in een tent
verdwenen, op twee na. Ik zit nog buiten, naast het blondje waarmee ik net nog op de vangrail zat.
Het lijkt wel of ze ons proberen te koppelen.
Zij zit op een leeg biervaatje, ik zit gehurkt op de grond, zodat we samen kunnen doen met een
paraplu. Wel wordt m'n rechtermouw zeiknat. Droogt wel weer op.
Nu het rustig is begint ze bijna geëmotioneerd te vertellen over de zonsverduistering,
en hoe ze die ervaren heeft.
De indruk die het zien van de protuberantsen door een telescoop op haar gemaakt heeft.
Ik knik een beetje, en zeg vervolgens 'Die Götter lieben dir'. Samen delen we de fles met
het blauwe spul, tot ze naar de WC moet.
Uit een van de tenten weet ze nog ergens een paraplu vandaan te halen, zodat ik droog buiten
kan blijven zitten. Lief. Het is dat ik het afbreken van de tenten niet op wil houden, anders
had ik wel voorgesteld in het kroegje op de camping te gaan zitten.
Vrij snel nadat ze terug is, komt dat voorstel alsnog. Het ziet er niet naar uit dat het nog
lang niet droog wordt, en het begint ook koud te worden. 'Es gibt 'ne Kneipe da,' zeg ik,
en wijs naar links.
Gezamenlijk lopen we die kant op. Binnen aangekomen gaat de fles blauw spul op tafel,
en koop ik twee halve liters Moninger.
Het gesprekje gaat verder, en verloopt opmerkelijk soepel. Het lijkt wel of ze het schattig
vind dat ik vrij stuntelig Duits praat. Wat ik wel jammer vind, is dat ze me haar biertje
terug wil betalen. Wel grappig; ze blijkt te weten wat voor hoofden het zijn, die achterop
de markmunten staan.
Nu moet ook ik naar de WC. Daar kom ik Kirsten tegen, aan wie ik vertel dat we in dat kroegje
zitten. Bij terugkomst zitten we dus met z'n drieen aan een tafeltje.
Ook prima; Kirsten kan zowel Nederlands als Duits.
Nu kom ik onder andere achter de naam van mijn gespreksparter, en krijg te horen dat ze in
Aken op de universiteit zit. Een vierde komt aan de tafel zitten. Ons tweeën wou hij
niet storen, maar nu alle mogelijke erotische spanningen uit de lucht verdwenen zijn,
mengt hij zich ook in dit gesprek.
Hij is Axel, een motorrijder die net zijn relatie heeft verbroken, omdat zijn ex motoren
te gevaarlijk vindt.
Op een heuvel heeft hij vandaag de eclips gekeken. Hij kon de geluiden uit het dal horen,
heeft de maanschaduw over de heuvels aan zien komen, en was bovendien in het gezelschap van
een jong stelletje met kinderwagen. Tijdens de zonsverduisterin sliep de baby, om meteen daarna
wakker te worden. Stoer.
Het begint weer droog te worden, en het kroegje stroomt vol met leden van mijn eigen en de
andere groep. De andere groep wil nu echt weg, en zal na een paar drankjes de tenten af gaan
breken. Aeldrik meldt me dat ik in de tussentijd toch op z'n minst had moeten zoenen. Sorry.
Daar was gewoonweg geen tijd voor. Ook zonder van tong te ruilen was dit al interessant.
De Duitse groep gaat weg, inclusief motormuis Axel, en wij blijven nog even zitten. Wat een
rare dag was dit. Nu al, het is nog middag!
Weer buiten gekomen is de Duitse groep klaar om weg te gaan. Ze toeteren en zwaaien.
Ik kan wel janken.