Vrijdag. Na het ontbijt verlaten we Bulawayo, en gaan op weg naar Masvingo. Eerst weer inkopen doen in de stad zelf, en dan verder naar de camping onderaan de Great Zimbabwe Ruins. Ooit was dit een van de machtigste steden ten zuiden van de evenaar en het enige stenen bouwsel in het zuiden van Afrika. Duizenden mensen hebben hier geleefd. Ook is dit de vindplaats van de zeepstenen vogels, en staat hier de massief stenen toren, die beiden achterop de Zimbabwaanse munten terug te vinden zijn. Sinds 1980 heet dit land niet langer Zuid Rhodesie, maar is het vernoemd naar deze plek, die heel terecht op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO staat.
Het woord Zimbabwe komt uit het Shona. Dzimba dza mabwe betekent 'huizen van steen'.
Naast het oorspronkelijke stenen complex, is hier een traditioneel Shona-dorpje nagebouwd. Helaas is de waarzegster op ziekenbezoek. Lijkt me heel interessant om te horen wat zo iemand te vertellen heeft. Zimbabwe heeft zelfs een vakbond van gebedsgenezers.
Weer op de camping volgt een van de langere avonden. Tot ongeveer half twee kan ik bij m'n eigen groep blijven, maar als die gezamenlijk besluiten te gaan slapen sluit ik me voor een uurtje aan bij een groep aan de overkant van de weg.
Dit blijkt een groep uit verschillende uithoeken van de wereld, die elkaar vooral spreekt via het internet, en elkaar eens in de vijf maanden in het echt ontmoet.
Lijkt me een dure hobby, maar wel gezellig. Na een paar biertjes, die ik heb geruid voor een brandende tak en wat Zimbabwaanse dollars, ga ik ook slapen, net als Bas, die hier ook aansluiting heeft gezocht.