Donderdag. Weer een hele dag gamedrive. Dit keer in het Matopos-park. Hier ligt ook het graf van Cecil Rhodes, en een massagraf van een aantal soldaten, die hier ooit gevochten hebben. Beiden bovenop een heilige berg, met een prachtig uitzicht. Het onderhoud van dit park wordt nog helemaal betaald uit de erfenis van Cecil Rhodes, naar wie dit land ook al eens vernoemd is geweest.
Het belangrijkste hier zijn natuurlijk de balancerende stenen, de grottekeningen en de neushoorns. Verhoudingsgewijs
is dit een klein wildparkje, en om het geheel hier beheersbaar te houden,
zijn de grote katachtigen allemaal afgeschoten. Wie die wil zien zal dus uit moeten wijken naar Chobe in Botswana.
De neushoorn is voor mij nummer 4 uit de big five. Een prachtig imposant dier. Geweldig gevoel er vlakbij te staan. Je merkt dat de neushoorn weet dat je in de buurt bent. Hij ruikt je.
De neushoorn blijft wel liggen. Van anderen heb ik gehoord dat hij wel wat rond heeft gelopen. Lijkt me prachtig, maar zulke dingen mis ik natuurlijk weer.
Hoe klein dit park ook is, het is wel prachtig. Samen te vatten in een paar regels, maar wel een herinnering die je altijd bijblijft.
De terugweg naar Bulawayo is minder leuk. 30 kilometer in het donker, met behoorlijk wat rijwind in je giecheltje, op een plek waar het zonder hulpmiddelen ook al behoorlijk koud wordt. Gelukkig is het in de stad zelf minder koud. Je kunt er zelfs 's nachts in een T-shirtje buiten lopen.