Maandag. Fijn iets later ontbijten, de activiteiten betalen en nokken. Geen champagneontbijtje, helaas.
Eigenlijk is dit de laatste vakantiedag.
Het landschap is nog steeds fraai.
Onderweg krijgen we eindelijk Jacob, Charles en Josphat zo ver dat ze poseren, met de truck op de achtergrond.
Na een tijdje komen we aan in Harare, waar we weer in het Quality International hotel gaan slapen.
Weer staat er een kan ranja klaar. Boven leg ik m'n tassen op de kamer, en daarna gaan we in een groepje de stad in. Er zijn nu meer winkels open dan die zondag, twee weken geleden. De stad is ook meer tot leven gekomen, en ademt een aangename sfeer. Heel relaxed.
Sommigen moeten nog souvenirs kopen, en dat lukt hier absoluut. Wel is het vrij duur.
Op First Street zit een internetcafe, en een winkel waar je kunt bellen. Even mail checken, en een kennis bellen. Die wil vanavond om zes uur bij het hotel langskomen, en dan de kroeg in.
We lopen nog wat door de stad, en gaan dan terug naar het hotel.
Tegen zessen gaat er een groepje de stad in, om weer bij Roots of Africa te gaan eten. Ik wens ze smakelijk eten, en blijf nog wat wachten in de lobby van het hotel.
Iets na zessen komt m'n kennis aan bij het hotel, en we gaan per auto naar een winkelcentrum aan Five Street. In dit winkelcentrum zit een kroeg, The Book Cafe. Dit is echt een geweldig zaaltje, waarvan ik hoop dat die niet genoemd staat in Rough Guide of Lonely Planet. Eerlijk gezegd zit ik niet te wachten op een kroeg vol backpackers.
Het is vanavond open mike night. Iedereen die zich inschrijft mag op het podium klimmen, als ze zelf instrumenten of een cassettebandje meenemen.
Afwisselend zie je hier een rapper in het Shona, dichters in het Engels of Ndebele, een singer/songwriter in het Ndebele, en bovendien een steengoede coverband met behoorlijk gare bandleden. Vrij vroeg gaan we weer naar het hotel. De komende twee dagen zal het land platliggen door stakingen, en het is wel fijn om dan al je zaakjes even op orde te hebben.
Tegen negenen kom ik terug in het hotel. Even wat eten. Het eten is weer prima, maar ook te veel. Ik kan het echt niet op.
Als ik wil gaan slapen, krijg ik van het hotelpersoneel te horen dat ik eigenlijk nog niet weg kan, omdat ik nog veel te weinig van Harare gezien heb. Ze willen me meenemen naar een ranzige nachtclub. Lijkt me wel leuk, maar eigenlijk wil ik ook wel vroeg slapen, en voel ik me niet al te lekker. Zelfs het heerlijke, doch doodgeslagen glas Zembezi krijg ik niet meer weg. Het nog halfvolle glas neem ik mee naar boven.
Ik gooi m'n kleren naast het bed, en ga nog een kwartiertje TV kijken, terwijl ik m'n biertje probeer leeg te slobberen.
Slapen is nog de beste optie. M'n glas kan bijna leeg ook wel op het nachtkastje staan. Die nachtclub wordt ook niet meer wat, en bovendien heb ik 2 verschrikkelijke dagen voor de boeg.
Rond een uur of twee word ik weer wakker. Na deze drie uurtjes slaap voel ik me een stuk beter. Over 12 uur zit ik in het vliegtuig naar Johannesburg. Nu lig ik in m'n eentje op een hotelkamer een pilsje te drinken. Kansloos.
Nog steeds dorst. Op de badkamer tap ik een glas water uit de kraan. Veel chloor, maar het helpt wel tegen de dorst. Ik ga weer slapen.